Fixatie

Fixatie is elke handeling of elk gebruik van materiaal of medicatie die de bewegingsvrijheid van een persoon beperkt, verhindert of belemmert, waarbij de persoon niet zelfstandig zijn bewegingsvrijheid kan herwinnen. Fixatie kan op drie wijzen worden toegepast:

 

  • Fysieke interventie: fixatie door middel van een interventie waarbij de zorggebruiker door één of meerdere hulpverleners op een fysieke wijze vastgehouden of geïmmobiliseerd wordt of waarbij de zorggebruiker op een fysiek gecontroleerde wijze verplaatst wordt of zich laat verplaatsen.
  • Mechanische fixatie: fixatie door middel van het aanwenden van mechanische hulpmiddelen bevestigd aan of in de directe omgeving van de zorggebruiker, welke niet zelfstandig door de zorggebruiker kunnen verwijderd worden. Enkele voorbeelden van middelen die kunnen toegepast worden zijn bv. een zetel met voorzettafel, een verpleegdeken, fixatiegordel, onrusthekkens…
    Ergonomische hulpmiddelen bevestigd aan of in de directe omgeving van de zorggebruiker, en die niet zelfstandig door de zorggebruiker kunnen verwijderd worden, worden niet beschouwd als mechanische fixatie tenzij deze hulpmiddelen buiten hun oorspronkelijke doelstelling gebruikt worden.
  • Medicamenteuze fixatie (= chemische fixatie): fixatie door middel van het acuut en chronisch gebruik van medicatie. Deze fixatievorm wordt ruim gedefinieerd als het gebruik van neuroleptische, anxiolytische, sedatieve of hypnotische medicatie. Enkele voorbeelden zijn Haldol®, Risperdal®, Zyprexa®,…

Visie

Binnen het KEI wordt gestreefd naar een fixatiearm beleid waarbij er voortdurend een evenwicht wordt gezocht tussen veiligheid en vrijheid. Ook andere vrijheidsbeperkende en –berovende maatregelen worden zo weinig mogelijk gebruikt. VBM zijn heel ingrijpend en moeten zoveel mogelijk voorkomen worden. Binnen onze instelling primeert het niet uitvoeren van een VBM of een alternatieve benadering boven een VBM.
Een VBM wordt steeds gezien als een uitzonderingsmaatregel. Patiënten hebben het recht om vrij te zijn van een VBM. Er moeten dus grondige redenen zijn om af te wijken van dit individueel recht op vrijheid. De maatregel wordt enkel toegepast wanneer alternatieven gefaald hebben of onmogelijk zijn. 
Overigens zijn vrijheidsbeperkende en –berovende maatregelen van tijdelijke aard. In het algemeen zijn VBM bij een patiënt enkel gerechtvaardigd in volgende gevallen:
1. Wanneer er een (dreigend) risico is op beschadiging van de fysieke en/of psychische integriteit van de patiënt of die van anderen.
2. Wanneer er een risico is op onderbreking van levensnoodzakelijke therapie.
 

Beleid

Bij de beslissing tot het instellen van de fixatiemaatregel wordt met verschillende basisprincipes rekening gehouden.

  • Er wordt naar gestreefd om iedere situatie individueel te benaderen uit bezorgdheid voor het integrale welzijn van de betrokken persoon.
  • Het is een zorg waarbij de patiënt centraal staat.
  • Er wordt eerst een oplossing gezocht door toepassing van alternatieve maatregelen.
  • De fixatie gebeurt enkel op basis van een aanwezig of te verwachten gevaar of risico. Er worden dan ook steeds bepaalde doelstellingen in het belang van de patiënt nagestreefd met het toepassen van de vrijheidsbeperkende maatregel. Er is daarenboven een redelijke kans dat deze doelstellingen bereikt worden door de toepassing van de maatregel.
  • Wanneer de beslissing wordt genomen tot fixatie wordt steeds de minst ingrijpende wel effectieve maatregel toegepast.
  • De familie en de patiënt worden zoveel mogelijk betrokken bij de beslissingen rond fixatie. Informatie geven aan de patiënt en familie blijft continu een prioriteit binnen het fixatiegebeuren. De familie kan een belangrijke hulp zijn bij het bepalen van alternatieven op fixatie. Eveneens wordt de familie zo vlug mogelijk op de hoogte gesteld van fixatie. De patiënt of de vertegenwoordiger worden in de mate van het mogelijke rechtstreeks betrokken in het zorg- en beslissingsproces. De toestand van de patiënt en de vooropgestelde maatregelen worden met de patiënt zelf besproken. Indien dit niet mogelijk is, gebeurt de toelichting aan de vertegenwoordiger, familieleden of verwanten. Een consensus wordt nagestreefd en het resultaat wordt genoteerd in het patiëntendossier. De brochure “VBM-arm beleid” kan gebruikt worden bij de toelichting rond fysieke fixatie. Tijdens het toepassen van de vrijheidsbeperkende maatregelen en na het stopzetten, wordt de patiënt of vertegenwoordiger ingelicht over de reden van de maatregel. Eveneens wordt er nazorg voorzien voor o.a. de patiënt en zijn familie.
  • Het toepassen van een vrijheidsbeperkende maatregel gebeurt bij voorkeur na multidisciplinair overleg, waarbij de behandelende arts steeds wordt ingelicht binnen de 24u. Dagelijks wordt overleg gepleegd met de teamleden omtrent de ingezette maatregelen en het verderzetten ervan. Wekelijks dient de toegepaste maatregel besproken te worden binnen het multidisciplinair overleg. De ingestelde maatregel, de gedragsverandering en de eventuele verderzetting of stopzetting wordt door alle betrokken disciplines geëvalueerd. De besproken punten worden weergegeven op het MDO-verslag van de patiënt en bewaard in het verpleegdossier.
  • Na het starten van vrijheidsbeperkende maatregelen, worden regelmatig evaluatiemomenten ingebouwd.
  • Beslissingen met betrekking tot het al dan niet toepassen van VBM, de motivatie hiervoor en de evaluatie hiervan, worden nauwkeurig in het dossier genoteerd.
  • De fixatie gebeurt steeds op een deskundige en veilige manier door gekwalificeerd personeel waarbij de patiënt nauwkeurig wordt geobserveerd.

Binnen KEI zijn procedures m.b.t. vrijheidsbeperkende maatregelen beschikbaar voor de medewerkers. In de procedures worden de uitvoeringswijzen van de verpleegkundige technieken met betrekking tot fixatie duidelijk omschreven Deze procedures zijn een hulpmiddel om de verpleegkundigen en andere zorgverleners te ondersteunen om op een ethische en professioneel verantwoorde manier om te gaan met de beslissing tot het instellen of opheffen van een vrijheidsbeperkende maatregel.

Het algemeen beleid rond de vrijheidsbeperkende en –berovende maatregelen bij patiënten met de uitgeschreven procedures werd begin 2020 herzien om zo te beantwoorden aan de allerlaatste wetenschappelijke en wettelijke richtlijnen rond fixatie. Eveneens werd een  vernieuwde patiëntinformatiebrochure ontwikkeld om het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen bespreekbaar te maken met patiënt en familie.

Download onze KEI brochure

Versiedatum: februari 2023

Versiedatum: 20/06/2023
Auteur: werkgroep fixatie